Het programma e-Exercise Lage Rugpijn is ontwikkeld met als doel om mensen met a-specifieke lage rugpijn passende bij het risico dat ze lopen op het ontwikkelen van persisterende lage rugpijn te ondersteunen bij het herstel.
e-Exercise Lage Rugpijn beoogt het zelfmanagement van de mensen met lage rugpijn te stimuleren door het adviseren en informeren over lage rugpijn en het stimuleren van adequaat oefen- en beweeggedrag. De inhoud van e-Exercise Lage Rugpijn sluit hiermee aan bij de aanbevelingen van de meest recente KNGF Richtlijn Lage Rugpijn. Daarnaast probeert e-Exercise Lage Rugpijn de therapietrouw ten aanzien van de adviezen, oefeningen en beweegadviezen die gegeven worden door de fysiotherapeut te vergroten.
e-Exercise Lage Rugpijn is een 12 weken durende blended beweeg-interventie. e-Exercise Lage Rugpijn kan gepersonaliseerd worden naar het risicoprofiel (laag, midden of hoog risico) van de mensen op het ontwikkelen van persisterende lage rugpijn. In deze blended beweeg-interventie worden de voordelen van een app gecombineerd met de voordelen van begeleiding door een fysio- of oefentherapeut.
De therapeut kan in zijn beheerportaal een account voor app aanmaken en de therapeut en cliënt stellen het programma zo in, dat de app gepersonaliseerde opdrachten geeft. Het programma bestaat uit 3 modules:
- Informatie-module: wekelijks krijgen cliënten een nieuwe informatie tekst en –video over lage rugpijn en hoe daar mee om te gaan.
- Beweeg-module: cliënten met een midden- en hoog risico op persisterende lage rugpijn werken in de beweegmodule naar een persoonlijk beweegdoel toe, dit kan onder andere door een gradueel opbouwschema te volgen dat gebaseerd is op de principes van graded activity.
- Oefen-module: cliënten zien in de app de oefeningen die de fysiotherapeut heeft voorgeschreven, ze kunnen in een filmpje terugzien hoe de oefening uitgevoerd moet worden.
De therapeut speelt een belangrijke rol in deze blended beweeg-interventie. De therapeut zorgt ervoor dat de inhoud van het e-Exercise programma aansluit bij de individuele behoefte van de cliënt met lage rugpijn. De therapeut monitort tijdens het programma in de beheerportaal of opdrachten zijn uitgevoerd en of de cliënt tegen problemen aan is gelopen. Op basis van deze informatie kan de therapeut de begeleiding verder personaliseren naar de behoefte van de cliënt. Ingevulde opdrachten bij de informatiemodules bieden bijvoorbeeld handvaten om tijdens een behandelsessie verder stil te staan bij factoren die voor die unieke cliënt een rol spelen, zoals bepaalde cognities.